Waarden optellen/aftrekken

Meetwaarden of eindresultaten kunnen bij de volgende meetfuncties opgeteld of afgetrokken worden:

  • Lengtemeting
  • Oppervlaktemeting
  • Volumemeting

Waarden optellen bij lengtemeting

  1. Voer de eerste meting uit.
  1. Druk op de toets (3) .
  1. Voer de tweede meting uit.
  • Zodra de tweede meting is afgesloten, verschijnt het eindresultaat onderaan op het display.

Waarden optellen bij oppervlakte- en volumemeting

  1. Voer de eerste meting uit.
  1. Druk op de toets (3) .
  1. Voer de tweede meting uit.
  • Zodra de tweede meting is afgesloten, verschijnt het resultaat van de tweede meting onderaan op het display.
  1. Druk op de toets (2)  om het eindresultaat weer te geven.

Waarden aftrekken

  1. Voor het aftrekken van waarden drukt u op de toets (8) . De verdere werkwijze verloopt zoals bij „Waarden optellen“.