Bluetooth®-interface

Gegevensoverdracht naar andere apparaten

Het meetgereedschap is uitgerust met een Bluetooth® module die draadloos de gegevensoverdracht naar bepaalde mobiele eindapparaten met Bluetooth® interface mogelijk maakt (bijv. smartphone, tablet).

Informatie over de noodzakelijke systeemeisen voor een Bluetooth® verbinding, vindt u op de Bosch-internetpagina www.bosch-pt.com.

  • Meer informatie vindt u op de Bosch productpagina.

Bij de gegevensoverdracht met Bluetooth® kunnen vertragingen tussen mobiel eindapparaat en meetgereedschap optreden. Dat kan aan de afstand van beide toestellen tot elkaar of aan het meetobject zelf liggen.

Activering van de Bluetooth®-interface voor de gegevensoverdracht naar een mobiel eindapparaat

  • Zorg ervoor dat de interface Bluetooth® op uw mobiele eindapparaat geactiveerd is.
  1. Druk op de toets (6)  om het menu Bluetooth® op te vragen en druk opnieuw op de toets (6)  om de interface Bluetooth® te activeren.
  1. Als meerdere actieve meetgereedschappen worden gevonden, kies dan het passende meetgereedschap aan de hand van het serienummer. Het serienummer (11) vindt u op het typeplaatje van uw meetgereedschap.

De verbindingsstatus evenals de actieve verbinding (a) verschijnt in de statusbalk (h) van het meetgereedschap.

Voor uitbreiding van de functionaliteit staan Bosch-apps ter beschikking. Deze kunt u afhankelijk van eindapparaat in de betreffende appstores downloaden.

Deactivering van de Bluetooth®-interface

  1. Druk op de toets (6)  om het menu Bluetooth® op te vragen en druk opnieuw op de toets (6)  om de interface Bluetooth® te deactiveren.