Ingebruikname

  • Bedien de draairichtingschakelaar (5) alleen als het elektrische gereedschap stilstaat.

Met de draairichtingschakelaar (5) kunt u de draairichting van het elektrische gereedschap veranderen. Bij ingedrukte aan/uit-schakelaar (7) is dit echter niet mogelijk.

Rechtsdraaien: Voor boorwerkzaamheden en het indraaien van schroeven duwt u de draairichtingschakelaar (5) aan de linkerzijde omlaag en tegelijkertijd aan de rechterzijde omhoog.

Linksdraaien: Voor het losdraaien resp. het eruit draaien van schroeven en moeren duwt u de draairichtingschakelaar (5) aan de linkerzijde omhoog en tegelijkertijd aan de rechterzijde omlaag.

Boren en schroeven

Zet de schakelaar (2) op het symbool „Boren“.

Klopboren

Zet de schakelaar (2) op het symbool „Klopboren“.

De schakelaar (2) vergrendelt voelbaar en kan ook bij draaiende motor worden bediend.

  • U kunt de toerentalschakelaar (9) bij langzaam draaiend elektrisch gereedschap bedienen. Dit moet niet bij stilstand, maximale belasting of maximaal toerental worden gedaan.

Met de toerentalschakelaar (9) kunnen twee toerentalbereiken ingesteld worden.

Als de toerentalschakelaar (9) niet tot aan de aanslag gedraaid kan worden, draait u de uitgaande as met de boor iets.

Stand

Positie

Toerental

Toepassing

Stand I:

Laag

Voor werkzaamheden met een grote boordiameter en voor het in- en uitdraaien van schroeven.

Stand II:

Hoog

Voor werkzaamheden met een kleine boordiameter.

Druk voor ingebruikname van het elektrische gereedschap op de aan/uit-schakelaar (7) en houd deze ingedrukt.

Voor het vastzetten van de ingedrukte aan/uit-schakelaar (7) de vastzetknop (6) indrukken.

Voor het uitschakelen van het elektrisch gereedschap de aan/uit-schakelaar (7) loslaten of als deze is vergrendeld met de vastzetknop (6), de aan-/uitschakelaar (7) kort indrukken en dan loslaten.

Voor het begrenzen van hoge reactiemomenten is het elektrische gereedschap voorzien van een overbelastingskoppeling (Anti-Rotation = anti-rotatie).

  • Als het inzetgereedschap vastklemt of vasthaakt, wordt de aandrijving van de uitgaande as onderbroken. Houd het elektrisch gereedschap vanwege de optredende krachten altijd goed met beide handen vast en ga in een stabiele positie staan.
  • Schakel het elektrisch gereedschap uit en maak het inzetgereedschap los, als het elektrisch gereedschap blokkeert. Er ontstaan grote reactiemomenten als u het elektrische gereedschap inschakelt terwijl het boorgereedschap geblokkeerd is.

(GSB 24-2)

De sneluitschakeling (KickBack Control) biedt een betere controle over het elektrische gereedschap en verhoogt daardoor de veiligheid voor de gebruiker, in vergelijking met elektrische gereedschappen zonder KickBack Control. Wanneer het elektrische gereedschap plotseling en onvoorspelbaar gaat roteren rond de booras, dan wordt het elektrische gereedschap uitgeschakeld.

Laat voor het opnieuw in gebruik nemen de aan/uit-schakelaar los en bedien deze opnieuw twee keer.

  • Als de functie KickBack Control defect is, kan het elektrische gereedschap niet meer worden ingeschakeld. Laat het elektrische gereedschap alleen repareren door gekwalificeerd en vakkundig personeel en alleen met originele vervangingsonderdelen.

U kunt het toerental / aantal slagen van het ingeschakelde elektrische gereedschap traploos regelen naarmate u de aan/uit-schakelaar (7) indrukt.

Lichte druk op de aan/uit-schakelaar (7) heeft een laag toerental / aantal slagen tot gevolg. Met toenemende druk wordt het toerental of het aantal slagen hoger.

Met het stelwiel toerentalinstelling (8) kunt u het gewenste toerental / aantal slagen ook tijdens het draaien van de machine vooraf instellen.

Het vereiste toerental of het aantal slagen is afhankelijk van het materiaal en de werkomstandigheden en kan proefondervindelijk worden vastgesteld.

Met het instelwiel elektronische toerentalinstelling (8) kunt u het noodzakelijke toerental/aantal slagen ook tijdens werking instellen.

Het vereiste toerental of het aantal slagen is afhankelijk van het materiaal en de werkomstandigheden en kan proefondervindelijk worden vastgesteld.

Het exacte toerental is afhankelijk van de stand van het instelwiel elektronische toerentalinstelling (3) binnen de bereiken I-III en van de mate waarin de aan/uit-schakelaar (7) wordt doorgedrukt. De volgende tabel geeft hierbij preciezere informatie over het toerental.

Positie van het instelwiel elektronische toerentalinstelling (3)

Toerental in stand 1

Toerental in stand 2

I

270–480

900–1600

II

480–690

1600–2300

III

690–900

2300–3000

Voor de genoemde waarden geldt een tolerantie van ±3 %.

De Constant Electronic houdt het vooraf ingestelde toerental of aantal slagen tussen onbelast en belast lopen vrijwel constant.

Voor het boren met toerentalinstelling zet u de schakelaar (4) op het symbool „Boren“. Met het instelwiel (3) kunt u het noodzakelijke toerental ook tijdens werking instellen.

 

Voor het schroeven met draaimomentbegrenzing zet u de schakelaar (4) op het symbool „Schroeven“. Met het instelwiel (3) kunt u het op de booras werkende draaimoment traploos ook tijdens werking instellen:
I = laag draaimoment, III = hoog draaimoment.

Het maximale toerental wordt automatisch aan het ingestelde draaimoment aangepast.

Als tijdens het schroeven het vooraf ingestelde draaimoment wordt bereikt, wordt het elektrische gereedschap uitgeschakeld. Het accessoire draait niet meer. Als het elektrische gereedschap daarna wordt ontlast en de aan-uit/schakelaar (7) nog ingedrukt is, dan draait het accessoire uit veiligheidsoverwegingen nog maar met een zeer gering toerental verder.

Na kortstondig loslaten van de aan/uit-schakelaar (7) kan de volgende schroef met hetzelfde draaimoment worden vastgedraaid.

Voor het schroeven zonder draaimomentbegrenzing draait u het instelwiel (3) helemaal naar rechts tot aan de aanslag. Deze instelling is noodzakelijk, wanneer het draaimoment in stand III niet voldoende is.